Het is de ambitie om de hoeveelheid restafval die verbrand moet worden naar beneden te brengen. Hoewel voor veel stedelijke gemeenten zonder Diftar geldt dat de VANG-doelstellingen lastig te bereiken zijn, hebben de afgelopen jaren wel aangetoond dat er op het gebied van afvalscheiding en reductie van het restafval en het verbeteren van de kwaliteit van de gescheiden ingezamelde stromen, nog veel mogelijk is. Met name het verder verbeteren van het gescheiden inzamelen van GFT-/GFE-afval, zowel bij laagbouw als bij hoogbouw, biedt nog het nodige perspectief. Daarnaast blijft het verbeteren van de kwaliteit van het gescheiden ingezamelde PBD-afval (Plastic, Blik en Drankenkartons) een belangrijk doel waarmee de reductie van het aantal kilo’s restafval gerealiseerd kan worden. De afvalstoffenheffing is nu voor 84 procent kostendekkend. Dat betekent dat er geld uit de algemene middelen wordt ingezet om afvalverwerking te betalen. Wij vinden het logisch dat de kosten van afvalverwerking gedragen worden door de gebruikers en dat de heffing zoveel als mogelijk kostendekkend is. Daarom verhogen we de heffing de komende 4 jaar stapsgewijs naar 95 procent kostendekkendheid. We willen de volgende resultaten behalen: - jaarlijks 15% minder fijn huishoudelijk restafval ten opzichte van 2019 (toen was het 201 kg per inwoner);
- PBD: maximaal 30% afkeuring ten opzichte van 50% in 2022;
- afvalstoffenheffing 95 % kostendekkend.
|